-
1 garage
garage [gaaraazĵ]〈m.〉2 (het) ergens plaatsen 〈 van vervoermiddel〉 ⇒ (het) stallen 〈 van fiets〉 ⇒ (het) op een zijspoor rijden 〈 van trein〉 ⇒ (het) parkeren 〈 van auto〉♦voorbeelden:1 stationnement interdit: sortie de garage • verboden te parkeren: uitritgarage à étages • bovengrondse parking→ voiem1) garage, stalling, boothuis2) (het) stallen, bergen, parkeren -
2 stationnement
stationnement [staasjonmã]〈m.〉♦voorbeelden:stationnement interdit • verboden te parkerenstationnement unilatéral • parkeren toegestaan aan een kant van de wegêtre en stationnement • geparkeerd zijnstationnement en double file • (het) dubbel geparkeerd zijn -
3 bilatéral
bilatéral [bielaateeraal],bilatéraux [bielaateeroo]♦voorbeelden:adjbilateraal, tweezijdig -
4 chasse-roue
-
5 parking
-
6 stationnement bilatéral
stationnement bilatéral
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский